A
Antigeen
Stoffen die het lichaam binnendringen en een reactie van het immuunsysteem opwekken noemt men antigenen. Dit kunnen bacteriën, virussen of andere lichaamsvreemde eiwitten zijn. Maar ook tumorcellen kunnen een immuunrespons opwekken.1,2
Antilichamen
Antilichamen worden afgegeven door B-cellen en vormen een onderdeel van de immuunrespons. Antilichamen worden ook wel antistoffen genoemd.
Antigeenpresenterende cellen (APC)
Deze cellen nemen antigenen op en presenteren het aan T-cellen om een immuunrespons op te wekken.3,4,5
Adjuvante behandeling
Het geven van medicijnen zoals chemotherapie of immunotherapie na de operatie om het risico op de terugkeer van de tumor te verkleinen
B
B-cellen
B-cellen kunnen grote hoeveelheden antilichamen tegen een specifiek antigeen afgeven.
Bestraling
Bestraling is een behandeling waarbij gebruik gemaakt wordt van straling om kankercellen te vernietigen. Dit wordt ook wel radiotherapie genoemd.
C
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling van kanker met medicijnen die kankercellen doden of de celdeling remmen. Deze medicijnen worden ook wel cytostatica genoemd.
Cytokinen
Cytokinen zijn een diverse groep oplosbare eiwitten, peptiden of glycoproteïnen met uiteenlopende functies, zoals regulering van immuunresponsen.1,7
D
Doelgerichte therapie
Een behandeling waarbij medicijnen de celdeling van kankercellen remmen, of kankercellen doden. Doelgerichte therapie wordt ook wel 'targeted therapy' genoemd.
G
Gemetastaseerd carcinoom
Een gemetastaseerd carcinoom betekent dat er uitzaaiingen (metastasen) zijn opgetreden op een andere plaats in het lichaam dan de oorspronkelijke plaats van de primaire tumor.
I
Immuno-oncologie (I-O)
Immuno-oncologie is een behandeling waarbij de natuurlijke afweerreactie van het lichaam tegen kankercellen wordt gestimuleerd.8
Immunotherapie
Immunotherapie is een behandeling waarbij de natuurlijke afweerreactie van het lichaam tegen kankercellen wordt gestimuleerd.8
K
Klinisch onderzoek
Bij een klinisch onderzoek, of klinische studie, wordt gebruik gemaakt van proefpersonen om behandelingen met nieuwe geneesmiddelen te kunnen testen. Deze onderzoeken zijn nodig om de werkzaamheid en de veiligheid van (potentiële) nieuwe geneesmiddelen aan te tonen.
N
NK-cellen
Deze cellen kunnen ‘uit zichzelf’ geïnfecteerde of schadelijke cellen herkennen zonder contact met een antigeenpresenterende cel of antilichaam. Hierdoor kunnen NK-cellen snel een reactie tegen geïnfecteerde of schadelijke cellen in gang zetten. NK-cellen kunnen ook aanvallen na herkenning van antilichamen op een celoppervlak.
P
Progressieve ziekte
Een progressieve ziekte is een ziekte die steeds ernstiger wordt.
T
T-cellen
T-cellen zijn afweercellen en behoren tot de witte bloedcellen. T-cellen hebben T-celreceptoren die tumor-geassocieerde antigenen kunnen herkennen. Ook zorgen T-cellen er voor dat bestaande immuunresponsen aanhouden.
Tumorgeassocieerde antigenen
Afwijkende cellen / eiwitten die door het immuunsysteem kunnen worden herkend en waarop een immuunrespons kan worden geformeerd.